COCO

CANNA COCO gebruiken

Vanwege de hoge kosten van voedingsstoffen en de complexiteit van geavanceerde hydroponic-systemen stappen steeds meer telers over op CANNA COCO voor hun persoonlijke behoeften.

Hogere opbrengst 6 tot 10%

Naast water is lucht onmisbaar voor wortels. CANNA onderzocht jarenlang verschillende substraten op hun luchteigenschappen om te zien of deze verbeterd konden worden. De conclusie: meer lucht leidt tot een snellere en intensievere inworteling, 6% tot10% hogere opbrengsten en een lager mestverbruik. Door de snellere en intensievere doorworteling kan de teeltperiode worden verkort. Een manier om tot een hoger luchtgehalte in het substraat te komen, is door minder druppelbeurten te geven waarbij meer water per beurt wordt gegeven. Het substraat wordt meer leeggetrokken en er vindt minder vaak vochtverzadiging plaats. Uit de testen kwam naar voren dat bij één keer druppelen per dag 3% meer lucht in het substraat aanwezig was.

Minder groei door te natte kokos

infopaper-coco_text_02.jpgKokos van CANNA bestaat uit duizenden capillaire micro-sponsjes die bijna 1000 % van het eigen gewicht kunnen vasthouden. Kokos heeft hierdoor een enorme buffer aan water en voedingsstoffen. Hierdoor is het beter droog te telen dan te nat. Natte omstandigheden zijn namelijk ideaal voor de ontwikkeling van schimmelziektes zoals Pythium. Verder zorgt een droger substraat voor een betere zuurstofvoorziening bij de wortels, waardoor er actiever voeding en water kan worden opgenomen. Dit resulteert in een snellere groei en hogere opbrengsten.

De grootte van de voedingsgift is afhankelijk van de lichtintensiteit, temperatuur, luchtvochtigheid, plantsoort, totaal bladoppervlak en ontwikkelingsstadium. Ook de vochttoestand van kokos op het moment van water geven is van belang. Is de kokos kletsnat, dan kan de voedingsgift omlaag of zelfs gestaakt worden, totdat de kokos droger wordt. Daarna kan de voedingsgift weer omhoog. De vochttoestand van de kokos kan gecheckt worden door de kokos met de hand te voelen of door het gewicht te bepalen (pot of slab optillen). Algemene richtlijn voor de totale voedingsgift is 4 - 6 liter/m2/dag voor volwassen planten. Door het aantal voedingsbeurten te verminderen en per beurt meer voeding te geven, worden water en voeding beter benut en is een betere drainage mogelijk.

Hoe vaak er minimaal voeding moet worden gegeven, is afhankelijk van de totale verdamping en de watervoorraad in de kokos. Als richtlijn kan begonnen worden met één voedingsbeurt per dag gedurende de eerste weken; daarna 2 beurten per dag; 2 uur nadat de lampen aangaan en 2 uur voordat ze uitgaan. Houd er rekening mee dat bij een klein wortelvolume per plant (op kleine potten of veel planten per slab) de kokos sneller uitdroogt en dus vaker voeding moet worden gegeven.

Kokos meet-methode

De meest betrouwbare methode om de voedingstoestand in kokos te meten, is met behulp van de 1:1.5 extractiemethode.
Met behulp van deze methode kunnen de EC en pH van het wortelmilieu worden bepaald. De pH en EC van de drain geven doorgaans geen juist beeld van de feitelijke voedingstoestand, omdat kokos in staat is een aantal elementen vast te houden of juist af te staan. Stap voor stap gaat het meten als volgt:

  1. Neem een kokosmonster uit de slabs of potten (foto 1). Dit kan met een grondboor of met een schepje. Om een representatief monster te verkrijgen, dient de kokos van zoveel mogelijk verschillende plaatsen verzameld te worden. Haal van verschillende potten of slabs zowel kokos boven als onder uit de pot/slab.
  2. Verzamel het monster in een kom en bepaal of het de juiste hoeveelheid vocht bevat. De kokos heeft de juiste vochtigheid als er vocht tussen je vingers verdwijnt als je er in knijpt (foto 2). Breng de kokos op het juiste vochtgehalte door gedemineraliseerd water toe te dienen. Meng de kokos goed na het toedienen van het gedemineraliseerde water.
  3. Neem vervolgens een 250 ml maatbeker en vul deze met 150 ml gedemineraliseerd water. Voeg hieraan kokos toe tot 250 ml (foto 3). Meng het geheel goed door en laat het minimaal twee uur rusten.
  4. Meng het geheel nogmaals goed door en meet de pH.
  5. Filtreer vervolgens de verkregen substantie en meet de EC.

infopaper-coco_text_05infopaper-coco_text_06infopaper-coco_text_07

Het beste kan een 1:1.5 analyse na 3 à 4 weken worden uitgevoerd. Streefwaarden voor EC liggen tussen de 1.1 en 1.3; voor pH tussen de 5.5 en 6.2. Is de EC te hoog, dan kan er op twee manieren worden ingegrepen: de EC van de voeding verlagen of de voedingsgift vergroten. Is de kokos aan de droge kant, dan kan de voedingsgift omhoog. Is de kokos al aan de natte kant, dan is het beter de EC van de voeding te verlagen.

Schade aan oogst door hard water

CANNA PK 13/14 en CANNA COCO voeding kunnen normaal gesproken naast elkaar worden gebruikt; er zijn echter omstandigheden waarbij de combinatie problemen veroorzaakt. Dit is het geval in gebieden met hard water. In deze gebieden bevat het water veel kalk en de hoeveelheid zuur die moet worden gebruikt om het water op de juiste pH te krijgen, is relatief groot.

Als onder deze omstandigheden PK 13/14 wordt gebruikt, is er een verhoogd risico op neerslagvorming in de voedingstank. Is dit bij u het geval, dan wordt aangeraden met pH- groei aan te zuren in plaats van pH- bloei. Dit zal in de meeste gevallen het neerslagprobleem oplossen; is dit niet het geval, dan wordt afgeraden PK 13/14 te gebruiken. In plaats van PK 13/14 kan organo kali worden toegediend om de plant van extra kalium te voorzien (70 ml/100 liter).

Beoordeel dit artikel: 
5
Gemiddelde: 5 (1 stem)